vrijdag 22 december 2017

Goede wensen.

 
Goede Kerst
en een voorspoedig 2018


Zal ik dit jaar wel een kerstboom neerzetten? Mijn kleine sparretje in pot heeft het sinds vorig jaar buiten goed gedaan, is zelfs flink gegroeid. Hij mag wel een weekje binnen staan.
Vinden de poezen ook leuk, vandaar dat alle versiering poezen-bestendig is.

Ik wens al mijn lezers een goede kerst toe en een voorspoedig en gezond 2018.

Van harte hoop ik dat steeds meer mensen tot het inzicht komen dat we met zijn allen deel uitmaken van de natuur en dat alles waarvan we leven vanuit de bodem komt.
Hoe belangrijk het daarom is die bodem, onze grond zo gezond, schoon en gifvrij mogelijk te maken en te houden.
Dat de politiek zich mondiaal daarvoor gaat inzetten.
Dat kinderen al groot gebracht worden met dat besef.

Veel groenplezier vooral!


dinsdag 12 december 2017

Sneeuw in de tuin: een andere wereld.






Er is hier in zuid-oost Friesland gisteren en eergisteren op de code oranje-rode dagen weliswaar lang niet zoveel sneeuw gevallen als op andere plekken in Nederland en België. Het ging maar om een drie tot vijf cm dikke laag plaksneeuw, die vooral gisterenochtend een schitterende bedekking vormde op de planten in de tuin.


Je komt haast in een andere wereld terecht.


Jammer genoeg was het mooie er vrij snel vanaf, natte sneeuw en dooi zorgt vanaf vanmorgen voor een glibbergladde kledderboel. Op de stenen trappen in onze tuin is de passage nog niet echt veilig.
Maar ik kan niet nalaten een aantal foto’s van gisterenmorgen op de blog te zetten.


Zo vaak zien we dergelijk winterse beelden nu ook niet meer in deze tijd van opwarming van de aarde.



Hieronder het lijnenspel van een aantal ingegraven (pre)bonsai's:



En hieronder het bewijs van het passeren van nachtelijke bezoekers:


Overigens vind ik zulke dagen het best door te komen in de slipvrije binnenshuisvertrekken met uitzicht naar buiten.

Het was zowel met de auto, als met de fiets als met de benen nu niet bepaald gemakkelijk om breukvrij weer thuis te komen.
Dus toch maar liever schone wegen rondom.

zondag 26 november 2017

Herfstlicht en je stemming.


Wanneer we dieper de herfst ingaan en het aantal uren daglicht steeds minder wordt, wanneer de zon zich steeds minder laat zien en grauw en grijs gaan overheersen, dan merken de meeste mensen toch dat dit invloed heeft op je stemming. Het weer is geregeld koud en nat en dat maakt het minder aanlokkelijk om in je tuin te scharrelen, en dat draagt ook niet bij aan een zonnig gevoel.


Het valt me steeds weer op hoezeer het zonlicht de kleuren van de herfst kan doen oplichten. De gele, rode en oranje tinten vrolijken me helemaal op, blauw in de lucht geeft mijn gevoel weer de ruimte en graag ga ik met mijn fototoestel de kou in.



De mooie kleuren zijn helaas van korte duur, de wind van een paar dagen geleden heeft bijvoorbeeld de Metasequoia volledig ontbladerd, onderstaande foto van een aantal dagen geleden kan ik nu niet meer maken. 


Er blijft gelukkig nog wat kleur over, hieronder het mooie, hoge siergras Molinia caerulea "Transparent"


Wanneer het grijs en grauw gaat overheersen, voel je weer de melancholie, die zo bij de herfst past. Deze melancholie is iets anders dan een depressief gevoel. 


Het is een licht pijnlijk, maar zoet verlangen naar de lente en de warme zomermaanden, naar het prille groen van het voorjaar en de weelde daarna. Het groeiseizoen is voorbij, maar je weet dat het leven ondergronds doorgaat en volgend voorjaar weer terug zal komen.
De melancholie die opgewekt wordt door stervend blad en terugtrekkend licht, bepaalt je ondanks jezelf tot heimwee naar álles wat eens was. Veel komt nooit meer terug, en is slechts op te roepen in de herinnering. Niet alle herinneringen zijn zoet.

 
Maar de natuur is cyclisch, gelukkig weten we dat het steeds weer voorjaar zal worden, en zomer.
Dit verlangen heeft een toekomst.



vrijdag 10 november 2017

Planten met haastige spoed.

 

De ongewoon zachte oktobermaand heeft een aantal planten op “het verkeerde been” gezet.
Ze denken dat het voorjaar is en gaan voortijdig bloeien.
Het gaat hier om échte voorjaarsbloeiers, die zich vergissen en niet de winterbloeiers, zoals bijvoorbeeld de gele winterjasmijn, die ook al bloemen vertoont.
Ik heb rododendrons gezien, die al een enkele bloem vertoonden.

Maar hier in de tuin valt de Judasboom (Cercis chinensis “” Avondale”) op, een mooie struik, die normaal in maart / april bloeit op het naakte hout. Het blad hoort om deze tijd al mooi te zijn verkleurd en afgevallen. Het verkleuren heeft de struik dit jaar maar overgeslagen, met het laten vallen van het blad is hij nog bezig.
Maar merkwaardigerwijze denkt hij dat het al lente is: hij is gaan bloeien.


De struik staat hier een jaar of drie in de grond, en is dit jaar in april pas royaal bloesem gaan vormen, zie hieronder resp. begin en eind april. 



Ook het mooie blad ontwikkelde zich dit jaar pas goed. Foto juli:


Haast heeft ook het zaad van de grote kaardenbol (Dipsacus fullonum), Het is aan het kiemen, terwijl het nog op de plant zelf zit. Dit zie je wel vaker bij deze plant. 


Veelbelovend is het grote bladrozet van deze plant op een vreemde plaats: tussen de stenen van een verticaal muurtje. Op deze plek groeide al eerder een exemplaar, het is er warm en zonnig. 


Dit rozet heeft zich het afgelopen jaar gevormd, de plant is tweejarig en zal volgend jaar bloeistengels maken.

zondag 22 oktober 2017

Overgroeide vijver te voorschijn halen.


In het begin van het voorjaar heb ik nog een vijver. Dan zie ik nog water.
Maar al gauw gaat de beplanting het water overgroeien: aanvankelijk het waterdrieblad, dan de watermunt. Nog later gaan de oeverplanten overkruipen. De kattenstaart en vooral de stengels van de Polygonum amplexicaulis, die bloeien vanaf juli tot de eerste nachtvorsten, gaan royaal overhangen.




In augustus vormen deze bloeiwijzen samen met de bloeiende watermunt een aantrekkelijk geheel.


Door de vroege twee stormen, die we al hadden, was de beplanting al flink ingestort: het was een rommeltje. (hieronder nog voor de storm)


Na de eerste nachtvorst gaan de stengels toch wel een trieste, bruine massa worden, die langzaam in het water gaat verteren. Dat kan wel eens teveel worden in een betrekkelijk kleine vijver van 2 bij 3 meter.
Al een jaar of drie vond ik het eigenlijk nodig daar in oktober wat aan te gaan doen. Zoals in heel Nederland in oktober de waterlopen worden schoongemaakt (“gehekkeld” zeggen we hier in Friesland) . Dat gebeurt in oktober omdat dan het waterleven het minst verstoord wordt.

Maar ja, ik stelde het maar uit, omdat ik meende dat het toch wel een hele grote klus zou zijn. Hoe kreeg ik al die planten netjes uit het water, zonder schade aan het vijverrubber aan te brengen? Zaten de planten niet erg vast en moest ik daar erg veel kracht voor gebruiken?

Door de mooie weer van de afgelopen week besloot ik het aan te pakken.
Laarsen aan, hark met botte punten en de heggenschaar. Goed anti tekenspray aanbrengen op mijzelf.


Ik knipte eerst de sterk overhangende begroeiing langs de randen van de vijver af. Ik kon toen de stengels zonder veel moeite uit het water halen. Daarna ging ik met de hark de drijvende planten te lijf. Het bleken enorme plakkaten watermunt te zijn, die zich gemakkelijk lieten verwijderen.
Een deel van het overheersende waterdrieblad ging er ook uit. En toen bleek de vijver al heel aardig opgeschoond. Na een klein uur was ik nota bene klaar!


En tegen die klus had ik minstens drie jaar opgezien. Tja.
Een paar dikke kikkers zwommen wat verontrust rond.

Ik zag weer een vijver, maar wél kaalslag.
En ik was zeer tevreden.

dinsdag 3 oktober 2017

De Dinkel: een uniek beekdal.


Wij brachten onze vakantie tijdens de eerste twee weken van september door in een vakantiehuisje in Beuningen in Twente (Overijssel). Ons voornaamste doel was het gebied rond het riviertje de Dinkel te verkennen.
De Dinkel ontspringt in Duitsland en komt bij Losser Twente binnenstromen, waarna hij zijn vrijwel natuurlijke loop noordwaarts volgt en bij Ootmarsum de Duitse grens weer passeert.
Het riviertje meandert langs het Lutterzand, een gebied met zandheuvels, die overgebleven zijn van de laatste IJstijd. De Dinkel heeft daar vrij steile wanden uitgeslepen aan de westzijde van de zandheuvels, terwijl aan de andere zijde van de Dinkel het lagere, groene land zichtbaar is.


Die steile zandwanden en het natuurlijke meanderen maakt, dat zich hier een voor Nederland uniek landschap heeft gevormd met één van de weinige, natuurlijke beeklopen, die er nog zijn.
Het wat geelbruine water duidt niet op vervuiling, maar betekent dat het water ijzerhoudend is.


Niet voor niets is het Lutterzand een beschermd natuurgebied, met een boeiende flora en fauna.
Bekend zijn ijsvogeltjes en oeverzwaluwen, die graag in de steile wanden nestelen.



Omdat het in het hoogseizoen een drukbezocht gebied is geworden, heeft men delen van het oevergebied voor het publiek afgesloten.


Een wandeling door het gebied is het best te beginnen bij de grote parkeerplaats van Paviljoen Lutterzand. 


Wanneer je het fietspad volgt, zie je vrijwel niets van de Dinkel. Neem het voetpad en volg dat tot je niet meer verder kunt. Halverwege kun je even zitten bij het bosrestaurant de Lutte Hutte. Maar dat is alleen maar open bij goed weer en wanneer er publiek te verwachten is.

Hieronder meer foto’s van deze mooie wandeling.

















woensdag 27 september 2017

Een fijne vakantie, maar helaas…


Helaas trad al gauw een variant van de Wet van Murphy in werking: als er iets fout gaat, gaat er een heleboel achter elkaar fout.

We hadden een zeer goede vakantie: een schitterend gelegen, heel mooi vakantiehuisje met uitzicht op het riviertje de Dinkel in Oost Twente, een verrassend mooie omgeving en gemiddeld aanvaardbaar weer.
Uitzicht huisje: 


Uitzicht zijkant huisje, met zo nu en dan:


Van het natuurschoon, dat we in de omgeving zagen, laat ik jullie in volgende blog nog meegenieten.

Na een paar dagen bleek mijn smartphone, die aldaar slechts één blokje verbinding maakte, géén verbinding meer te maken. Netwerkantenne stuk, vermoedde de man uit de telefoonwinkel.
Ach, niet erg, de Wifi deed het nog uitstekend en we hadden nog een oud reservenokia’tje met soms ook één blokje verbinding.

Na anderhalve week bleek dat het dierenpension, waar onze twee poezen verbleven, al dagenlang had geprobeerd ons te bereiken.
Onze Abessijn Simke was ziek geworden. Het pension kreeg te kampen met een lastig virus, een niesziektevariant. Ondanks hun terechte strenge eisen wat betreft de enting hiertegen, waren een aantal katten ziek geworden. De meesten genazen snel, maar Simke was erg ziek geworden, was geïsoleerd en had zelfs dwangvoeding nodig. De dierenarts werd regelmatig geraadpleegd en er dreigde zelfs even een opname.
Met één blokje telefoonverbinding, staande op het buitenterras, lukte het dagelijks verbinding te krijgen met het dierenpension.
Hij werd daar meer dan voortreffelijk verzorgd en we besloten de vakantie voort te zetten.
Tuzka, ons Blauw Rusje, bleef gelukkig gezond.

Thuisgekomen haalden we de poezen snel op. Simke was gelukkig weer zelf gaan eten en kwam met een voorraad medicijnen thuis. Hieronder Simke:


De buurvrouw vertelde ons, dat er tijdens de hevige storm mét slagregens tijdens onze laatste vakantieweek, lekkage was ontstaan in de serre. Ze had een emmer geplaatst.
O.k., loodgieter inschakelen.

In de keuken viel me het veranderde uitzicht op: er was een grote top uit de Metasequoia geslagen, wel een derde van de oorspronkelijke boom lag in de grote prunus en de coniferenhaag. Dit stuk boom ligt redelijk stabiel. Bellen met de hovenier: deze komt het afgebroken stuk binnenkort verwijderen.
Zie allereerste foto en het totaalbeeld hieronder (er staat nog een dunne, secundaire "toptak"):


Simke ging steeds minder niezen en proesten, maar het rechteroogje knapte niet op. We zijn daar de afgelopen week vier maal mee naar de dierenarts geweest. Er bleek een beschadiging van het hoornvlies te zijn. Waarschijnlijk een uithaal van een andere kat tijdens het pensionverblijf.
Samen met het virus van de niesziekte, dat ook de slijmvliezen van het oog plaagt, had Simke een dubbel probleem met het oogje.

Een poezenziekenboegje dus, met uitgebreide schema’s van medicijntoediening.
En dat viel niet mee bij zo’n temperamentvolle Abessijn. Met list en bedrog en zoete woordjes en slimme methoden wisten we alles in de poes te krijgen, zonder onze vertrouwensrelatie met hem onder druk te zetten.
Waarbij we onze eigen kalmte probeerden te bewaren.
Vooral het bedenken van een manier om vier maal per dag de oogdruppels toe te dienen, kostte me een aantal uren nachtrust.

De dierenarts hoopt dat het langzaam verbeterende oogje op de lange duur genezen zal.