zaterdag 30 maart 2013

Hoopvol in het licht.

scilla in knop

Ik negeer de net gevallen sneeuw en kijk naar de foto's die ik maakte, toen de sneeuw gisteren al weer gesmolten was. Het mooie doorvallende licht in de zich hoopgevend ontwikkelende voorjaarsbolletjes. Het is nu al behoorlijk lang licht buiten en morgen mogen we, zonder dat de klok ons terechtwijst als zotte vroegeling, ook weer lekker op tijd het bed uit.
Het is duidelijk dat ik een ochtendmens ben, die geen moeite heeft met vroeg opstaan. Maar mijn mededogen gaat desalniettemin uit naar de avondmensen onder ons, die hebben het de komende week extra zwaar.
Hieronder wat krokusjes naast het vedergras ( stipa tenuissima). Het is mijn favoriete gras, ik wijdde er al eens een blog aan. Zelfs nu is het nog prachtig, maar: knip het niet af! Ten eerste zijn de resterende plee-borstels niet om aan te zien en dit fijne gras kan je er mee verliezen. En het nieuwe groen, dat zich straks mengt met het blonde oude, geeft het gras zo'n charme.


En tenslotte hieronder de mooi gevlekte bladeren van de hondstand, de bloei zal niet lang meer op zich laten wachten.


Pasen: we vieren de komst van nieuw leven. Ook in deze uitzonderlijk koude periode kost het niet veel moeite om de tekenen van nieuwe groei in tuin, bos en veld te ontdekken.
Ik wens jullie mooie Paasdagen toe.

woensdag 27 maart 2013

Chaos in de tuin.


Als ik door de tuin loop, en de chaos aan dood materiaal op de grond zie liggen, alles schots en scheef en dwars door elkaar, dan denk ik: hoe wordt dit ooit weer een tuin? Moet ik iets doen?
Nu weerhoudt die ijzige noord-oostenwind mij daar er wel van, hoewel het zonnetje wel uitnodigend is...
Je wilt het niet geloven: maar op die plek hoef ik eigenlijk niets te doen. 


De foto hierboven toont ongeveer dezelfde plek vorig jaar op 5 juni. Dat betekent over iets meer dan twee maanden! Ik kan het haast niet geloven - in deze persisterende maart-winter - dat het dán al op deze plek weer zo'n groene weelde zal zijn.
Zonder dat ik er kennelijk een hand voor hoef uit te steken, komt het weer helemaal goed.

Er zijn natuurlijk plekken in de tuin waar ik nog wel wat stengeltjes in stukjes ga knippen met de heggenschaar, waardoor de chaos verandert in een mooie strooisellaag. Zo langzamerhand wil ik dat wel een half uurtje per dag gaan doen...
Maar de tuin gaat het hoofdzakelijk zélf verder allemaal doen, alles zal weer verschijnen, en elk jaar zou je dat haast weer vergeten.

Was het bij mij binnen in huis ook maar zo, dat alle chaos vanzelf veranderde in iets moois, zonder dat ik er veel voor hoefde te doen... Het gekke is, dat ik daar op een vreemde manier ook altijd op blijf hopen, op zo'n wonderbaarlijke metamorfose. ..
Mijn lezers begrijpen wel, dat ik niet echt iemand ben van de grote voorjaarsschoonmaak ;-)
Ik droom veel liever over de groene weelde, waar we ons straks buiten weer in kunnen verlustigen.

woensdag 20 maart 2013

Natuurlijke paadjes in de tuin.

Franse boomschors
Op bepaalde plekken in de tuin wil je misschien wel onverharde, natuurlijke paadjes maken.
Afhankelijk van de grondsoort, waarop je tuiniert, kan dat makkelijk of wat moeilijker gerealiseerd worden. Het meest eenvoudige, natuurlijk pad is aangetrapte aarde, zoals je dat ook wel op volkstuintjes en in moestuintjes ziet. Wanneer je op zandgrond tuiniert, waar het regenwater gemakkelijk wordt afgevoerd, kan dat best goed functioneren, maar op de meeste andere grondsoorten, en vooral op kleihoudende, wordt het pad een drabbige moddertroep, waarbij je steeds klodders aan je schoenen meesleept.
Met andere woorden: het kan handig zijn toch een zo natuurlijk mogelijk ogende, lichte bedekking toe te passen. Dat kan natuurlijk grind zijn of schelpen - afhankelijk van je type tuin, maar ik laat me toch het liefst leiden door natuurlijke bospaadjes, die van nature een strooisellaag hebben, waardoor je schoenen schoon blijven.
Dit voorjaar moest in onze tuin een bielzenrand wat opgekrikt en gestut worden en - samen met lastiger snoeiwerk - heeft onze hovenier dat aangepakt. Zijn jongens hebben daarna de paadjes keurig aangeharkt, met medeneming van mijn strooisellaag. Dat betekende elke keer smerige voeten als ik door de tuin gelopen had.
Inmiddels leert de ervaring dat het beste, mooiste en meest duurzame materiaal daarvoor de z.g. Franse boomschors is, schors van de Franse pijnboom dat er wel 5 jaar over doet om te vergaan. Het is ook het duurste spul. Kijk naar het resultaat op de bovenste foto.
Gemeenten bieden ook wel gratis gehakseld snoeihout aan. Dat wordt dan op je oprit gestort en dan kan je lekker sjouwen gaan met je kruiwagen. Dat hebben we ooit gedaan, maar voor je paadjes is het toch minder mooi (aanvankelijk erg licht van kleur) en het vergaat snel.
Cacaodoppen: nooit op paadjes doen! Je krijgt een losse, in natte toestand glibberige zooi.

hulzen van de beukennootjes
 Mooi gratis materiaal vind je ook in de nazomer onder een grote beukenboom: de harde schilletjes, waar de beukennootjes in gezeten hebben. Keihard spul en het vormt een aardige bedekking. Het afgelopen jaar gaf de grote beuk aan de rand van onze tuin helaas geen beukennootjes, dus ook geen hoesjes.

Maar het beste paadje is nog mijn bospaadje achter in de tuin. Daar gebeurt al jaren niets. Je kunt er altijd met schone schoenen lopen, want de lichte strooisellaag dekt de grond volledig af.

donderdag 14 maart 2013

Pesterige weergoden.

14 maart 2013
19 maart 2013
Toen ik naar bovenstaande lange termijnverwachting keek, zonk de moed me toch even in de schoenen. Komt het voorjaar nog wel? Wat is er aan de hand? Heeft El Nino, die merkwaardige golfstroom die ons klimaat bepaalt, zich omgekeerd? Zijn de zonnevlammen weer in staking of juist niet? Heeft de aardas misschien een tikje gekregen?

Of moeten we ons weer ouderwets tot de weergoden wenden: vuurstapels oprichten, onze liefste beertjes daarin offeren, of - nog ingrijpender - onze liefste drank.... En dansen om die vuurstapels en smeken om een beetje warmte, om uitbottende knopjes. Dat deze kou ons eindelijk mag verlaten.
Een enkel nachtvorstje tot mei: goed dan. Daar zijn wij tuinierders en buitenmensen wel aan gewend en daar houden we rekening mee. Maar twee weken winter in maart, nadat we even tevoren dachten dat we de tuinstoelen al buiten konden zetten... dat lijkt wel pestgedrag van een zich vervelende weergod.
Die vuurdans zullen we dan maar plannen op de Vaalserberg, dat is ook wat dichter bij de Belgen, want dáár en ook in Noord-Frankrijk, heeft die zich vervelende weergod zich écht misdragen.
Wie weet, komt hij door onze smeekbeden tot inkeer....


(Maar bij nader inzien mag hij dan mijn liefste beertje wel hebben, maar houd ik mijn glaasje port maar voor mijzelf. Hard nodig vanavond, om weer warm te worden en moed te scheppen.)

dinsdag 12 maart 2013

Takkenril: moment van onbedachtzaamheid...wespensteek.

De schuldige plek zat in het centrum van deze foto.
Een moment van onbedachtzaamheid maakt dat men jaren schreit...
Dat kregen wij als vermaning mee toen wij - jonge meisjes in de jaren zestig - op stap gingen met leuke jongens...

Maar wat heeft dat nu te maken met een takkenril ofwel een rij van takkenbossen meestal aan de rand van je tuin, bestaande uit je snoeihout. Zoals Anne Tanne in één van haar laatste blogs liet zien, is een flinke takkenbos een waar huisvestingslustoord voor kleine knaagdiertjes, egels, vogeltjes en tal van insecten. Het is de wildvorm van het nu zo populaire insectenhotel.

In onze tuin hebben we al jaren het snoeihout naar zulke takkenrillen gebracht. Niets leuker en nuttiger om te proberen daar wat stevigheid in aan te brengen door nieuwe takken er zó in te steken, dat er een stabiel geheel ontstaat dat niet door één storm uit de voegen wordt geblazen.
En zo was ik drie en half jaar geleden op een mooie dag eind juli bezig wat snoeisel in één van die hopen te steken. Maar daar had zich - en ik wist het niet - een wespennest ontwikkeld. En de wreed verstoorde diertjes vielen mij massaal aan. Door met grote snelheid, twee bochten nemend, naar huis te rennen verloor ik een deel van de zwerm, maar ik was al een aantal malen gestoken. Met kleren en al onder de douche gesprongen en vrij van wespen zat ik uit te blazen op de keukenstoel, toen ik me toch niet zo lekker ging voelen.
Gelukkig is het medisch centrum vlakbij en het was nét voor sluitingstijd: om een langer verhaal kort te maken: de huisarts wist me te redden van een anafylactisch shock, een heftige en levensbedreigende allergische reactie op wespengif. Van deze paniektoestand heeft mijn man meer meegekregen dan ik, want ik zag alleen de mooie gele schoenen van de arts en ik dacht: het zal wel goed komen.

Een wespenallergie is niks voor een fanatiek tuinierster. Maar tegenwoordig is er de mogelijkheid via een procedure van regelmatige injecties van gezuiverd wespengif - om de zes weken door je huisarts na een instelfase in het ziekenhuis - immuniteit te verwerven voor dat gif: de z.g. immunotherapie.
Voor deze immunotherapie kwam ik gelukkig in aanmerking en gisteren had ik het evaluatiegesprek in het Academisch Ziekenhuis in Groningen na drie jaar prikken halen. Nog twee jaar doorgaan, was het parool. Daarna word je geacht levenslang immuniteit te hebben opgebouwd. Na de instelfase hoef je al niet meer bang te zijn voor heftige reacties, zodat ik al weer drie jaar lang vrijmoedig in tuin en veld buiten speel zonder overmatige angst voor de wespen. Al houd ik deze geelgestreepte gevleugelden natuurlijk wel in de gaten!

Dus: steek in de zomermaanden niet zo maar een tak in je takkenhoop! Want de gevolgen kunnen je jarenlang bezighouden.
Allergie is trouwens raar: na een haast fatale steek hoeven de volgende steken niet persé tot een gevaarlijke reactie te leiden. De kans is ongeveer 50%. Russische roulette dus.
Ik ben erg blij met de mogelijkheid van de immunotherapie.

Dit was dus geen gezellig verhaal over een natuurlijk insectenhotel in het wild. Maar met takkenrillen zal een tuin een drukke natuurcamping zijn voor de levende fauna.

Toch vind ik een mooi gevormd insectenhotel zeer aantrekkelijk om naar te kijken en het is erg instructief om te zien, hoe metselbijtjes bij voorbeeld daar gebruik van maken. Hieronder een schitterend exemplaar uit het Arboretum Belmonte te Wageningen.



dinsdag 5 maart 2013

Op het eerste gezicht: maart 2013.


Dit is alweer de derde maand om dezelfde plek in de tuin weer te geven.
Met deze foto wilde ik wachten tot er een beetje zonneschijn was. Dat lukte gisteren pas.
Eindelijk zon. Maar zonnige plekken fotograferen: dat is nog niet zo gemakkelijk. Je komt al gauw met de belichting in conflict. Overbelichte zonnige plekken en slechte foto's. De beroepsfotograaf gaat niet voor niets liefst morgens vroeg op pad, of laat in de middag.
Bij mij waren de eerste "zonnige" foto's dus ook gewoon slecht. Op bovenstaande foto zie je de zon een beetje achter in de tuin spelen. Het geeft net "dát ietsje meer".
En daarmee is dan ook alles gezegd. Er is niet veel verschil te zien met de vorige maand, op de "hagel"foto. Er is gewoon niet veel gebeurd in de tuin door dat koude weer. Het enige dat hier bloeit zijn de sneeuwklokjes en een hele enkele vroege krokus. Als je goed kijkt zie je wel plantjes tot ontwikkeling komen onder het strooisel en ook de knoppen aan boom en struik gaan een beetje zwellen. De sprieten van andere bolgewasjes piepen wat door het dode blad heen. Maar dat is dan ook alles.
Zelfs de vogels vind ik nog maar stilletjes. Een enkele mees laat zich even horen, maar verder: ze zwijgen gewoon en zitten te wachten op de laatste zaden, die in hun silootjes worden gestopt.
Ze vinden het gewoon te koud met die nachtvorst, die er, ondanks de zonneschijn, nog is.
Het is hier in zuid-oost Friesland gisteren hoogstens zo'n 8 á 9 graden geworden met een koude wind, hopelijk vandaag een graadje erbij en minder wind.
Het werk roept: de New Dawn roos op de pergola heeft gisteren z'n snoeibeurt gehad, de enorme wirwar van de Clematis vitalba, waarvan de dikke stam de schutting dreigde te ontzetten is aangepakt en voor vandaag staan er weer tuinklussen op het programma.
Wat geeft zonneschijn veel energie!