dinsdag 26 februari 2013

De huid van de kardinaalshoed.


Tijdens mijn dagelijkse gang door de tuin vond ik onder de stam van een al enige jaren geleden ter ziele gegane kardinaalshoed (Euonymus europaeus) verregende flarden van de afgeworpen schors.
Prachtige velletjes, haast geschept papier, overblijfselen van de huid van dit boompje.
Met de littekens van wat dit boompje allemaal meemaakte. Gaten, aangroeisels, bobbeltjes.
Ik heb het opgeraapt, gedroogd onder een krant met wat boeken erop en het toen nog eens goed bekeken.


Merkwaardig zijn die "ingevatte" stengeltjes die verticaal in de schors liggen. Zijn dit de resten van de klimop, die tegen het stammetje omhoog kroop? Of zijn het de restanten van die merkwaardige vier, tegenover elkaar liggende, kurklijsten die de kardinaalshoed maakt op de wat oudere takken, waardoor die vierkant zijn. De Fransen noemen de kardinaalshoed daarom bois carré.
Ik ben weer naar buiten gegaan om de stam en takken van een flinke, levende kardinaalshoed te bekijken.


We zien duidelijk de vierkante, met kurklijsten afgewerkte takken. De jonge takjes zijn gewoon rond. Maar op de stam vind je er niet zoveel van terug.
Welk verhaal vertelt die oude, afgeworpen boomhuid?

Wie het leuk vindt een kardinaalshoed aan te planten, doet dit hoofdzakelijk voor de mooie vruchtjes, die wat lijken op de hoed van een kardinaal. 


De boom / struik kan wel vijf meter hoog worden, is niet kieskeurig met betrekking tot grondsoort of zon / schaduw. De wilde vorm zie je op veel plaatsen, maar er zijn ook cultivars.
Hier in de tuin wordt de boom elk voorjaar volledig kaalgevreten en ingekapseld door het rupsje van een motvlindertje en ziet er dan miserabel uit. Hij staat bij mij wat achteraf dus trek ik mij er niets van aan want in het najaar komen er weer massa's prachtige rode vruchtjes, die ook nog eens lang op de boom blijven.



maandag 18 februari 2013

Ook planten kunnen lopen.


Planten zijn minder statisch aan één plek gebonden dan we wel denken. Uiteraard kunnen ze via zaadverspreiding hun nakomelingen een geschikter plekje laten opzoeken, maar ook een door ons geplant exemplaar kan nog wel enigszins uit de voeten.
Heel verbaasd was ik ooit toen een door mij geplante rhododendron, die zijn plek net iets te schaduwrijk vond, een uitloper maakte iets meer naar de zonkant toe. Hierdoor ontstond een nieuwe plant, die beter bloeide.
Planten kunnen op deze manier dus "lopen", ze maken worteluitlopers. Ze breiden zich hierdoor niet alleen uit, maar ze zoeken ook naar een meer geschikte plek.
Een voorbeeld van een stevige loper is het bovenstaande heel gewone grasje, dat wij als onkruid wegwieden. Ik kon hem nog niet determineren,  hij loopt niet bescheiden één richting op, maar hij maakt uitlopers alle kanten op. Dat vind de tuinierder niet zo fijn.
Het onderstaande grasje, dat ik dagelijks in mijn aquarium zie, maakt zijn uitlopers op een meer bescheiden manier, en je kunt hieronder goed zien hoe dat gaat. 


Als zulke plantjes goed beworteld zijn, kunnen ze ook zonder de "navelstreng" van de moederplant functioneren. Je kunt ze dan daarvan lossnijden. Maar dat hoeft uiteraard niet.
Er zijn ook grasjes, die niet "lopen", dat zijn polvormende grassen. Een voorbeeld is het blauwe schapengrasje hieronder. De nieuwe plantjes vormen zich tegen elkaar aan.


Vooral wanneer we bamboe's (ook een grassoort) in onze tuin gaan planten, moeten we hierop letten. Een krachtige, lopende bamboe kan je nog veel narigheid bezorgen. Lees hierover deze blog van de Fruitberg, die schrijft over de manier waardoor je deze bamboe binnen de perken kan houden.
Fargesia-soorten zijn trouwens niet woekerende, polvormende bamboe's.

maandag 11 februari 2013

Geen vinkenslag meer.


Dit vinkje vond ik een aantal dagen geleden op de grond vlak bij het huis. Hij behoorde tot de grote groep, die hier dagelijks komt genieten van de uitgebreide catering.
Hij heeft het niet gered.
Kijk hem liggen met de pootjes ingetrokken en die regendrupppeltjes op zijn buikje.
Ik heb hem op een plekje in de tuin begraven. Terwijl ik dat deed dacht ik aan de vinkenslag, dat korte liedje, dat hij, ter afbakening van zijn terrein, nooit meer ten gehore zou brengen.

Ooit, toen ik dat vinkenriedeltje nog niet kende, viel het me op dat er een vogeltje was, dat 's morgens vroeg iets riep van: "tsjie tsjie tsjie tsjie tsjie tsjie: ik ben er weer". We noemden dit onbekende vogeltje daarom het "ik ben er weer - vogeltje". Elk jaar kwam hij in het vroege voorjaar weer terug.
Heel verbaasd waren we, toen we ergens op een camping in Frankrijk hetzelfde vogeltje hoorden, maar dan met een zekere variatie in het riedeltje. Het vogeltje sprak een Frans dialect. Nu is het overigens écht zo, dat vinken in andere gebieden een ander "dialect" spreken. En eindelijk waren we er intussen ook achter gekomen, dat het om een vink ging.

Uit de laatste vogeltellingen in Nederland en België is trouwens gebleken, dat de vinken behoorlijk in opkomst zijn en bij onze voedertafels en -silo's stellen de mannetjes terwille van hun voedselvoorziening de territoriumstrijd nog maar even uit...

Maar zodra ze in het voorjaar hun terrein gaan afbakenen, zullen we de luide vinkenslag weer horen.

woensdag 6 februari 2013

Op het eerste gezicht: februari 2013.


Tijdens de winterslaap is mijn reactietijd wel eens wat vertraagd, zodat nu pas de opnames voor "op het eerste gezicht" verschijnen. Natuurlijk mogen we best wat smokkelen met de datum, het gaat er maar om dat hetzelfde stukje tuin maandelijks wordt gefotografeerd. Zie voor een overzicht van 2012 hier. En voor 2013 hier.
De bovenstaande foto is genomen tijdens een hagelbui. Het valt me op, als je de foto vergelijkt met die van begin januari, dat de tuin in januari groener was. De sneeuw en de vorst van midden januari - ik kon niet laten die foto ook hieronder te plaatsen - heeft het overgebleven groen geplet en verbruind achtergelaten. De vorstperiode, die nu nog aankomt, zal het ontluiken van planten en bolletjes nog meer vertragen. Er zijn hier in de tuin nog slechts wat prille sneeuwklokjes in de knop te zien. Maar het wordt 's morgens al veel vroeger licht en de lamp kan 's avonds ook langer uitblijven: we gaan de goede kant op.